Aardbevingen en de Schaal
Aardbevingen komen best vaak voor op IJsland, maar meestal richten zij nauwelijks of geen schade aan. Slechts 1 tot 2 keer per eeuw komt een beving voor met een kracht van 6 tot 8 op de schaal van Richter. De meest rampzalige aardbevingen vonden in het zuidelijke laagland plaats in 1784 en 1896, toen een groot aantal boerderijen getroffen werd en als ruïnes achterbleven. Men verwacht in het zuiden ieder moment weer een grote aardbeving. Het dorp Dalvík aan de fjord Eyjafjördur in het noorden van het land werd gedeeltelijk verwoest bij een aardbeving in 1934.
In het noordwesten van Ásbyrgi zijn op 13 januari 1976 nieuwe spleten ontstaan toen het land 4 m breder werd en een nieuw meer werd gevormd in een enkele maanden durende periode met aardbevingen. De naam van dit nieuwe meer luidt toepasselijk Skjálftavatn (aardbevingenmeer). De krachtigste schok had een kracht van 6.5 op de schaal van Richter, waardoor ook Kópasker grote schade opliep. De tweede oorzaak van een aardbeving komt doordat lava zich in de aardkorst onder hoge druk opstapelt, waardoor het gesteente splijt. Hierdoor ontstaat een trilling of lichte aardschok. Indien binnen korte tijd op een bepaalde plaats veel van deze schokken worden gesignaleerd, is dat het teken van een naderende vulkaaneruptie.
Aardbevingen ontstaan door 2 aardplaten die divergent van elkaar schuiven die dwars door IJsland lopen. deze 2 aardplaten zijn de Aziatische plaat die naar het oosten gaat en de Amerikaanse naar het westen.
Maak jouw eigen website met JouwWeb